Deze zomervakantie had het voornemen de slaapkamers van Bo en Nena eens flink aan te pakken. Dat betekende in dit geval ook kastjes, bureaus, laatjes en boekenplanken verven. Leliewit is mijn favo wit.
Vanmorgen had ik alles buiten gezet, want daar was tenslotte de meeste ruimte. Het zonnescherm uitgedraaid, de zon prikte al flink, en de parasol deed ook zijn werk. Bovendien wanneer het dan een buitje zou regenen, stond alles droog. Wát een illusie, zo bleek rond half één.
Wiljo had het schilderen even van me overgenomen, ik was eten aan het klaarmaken, toen hij plotsklaps zei dat hij het spul gauw binnen ging zetten. Daarbij keek hij naar de dreigende lucht. Vanuit de keuken zei ik nog dat hij het ook kon laten staan... Tot ik keek naar onze treurwilg, die helde al vervaarlijk naar één kant.
Gauw de kinderen erbij geroepen, gelukkig was iedereen thuis en die hielpen snel mee het spul binnen te zetten. Willem rende achter de kranten aan. Nena en ik wilden de parasol inklappen, totdat ik merkte dat de wind wel heel erg hard trok. Ik greep Nena vast en trok haar weg bij de parasol. Net op tijd, hij vloog tegen het huis en de wind nam het doek mee. Vervolgens viel twee meter van ons vandaan een dakpan stuk.
We raakten in de paniek. De kinderen huilden. Wiljo schreeuwde: "Ga gauw naar binnen, laat alles maar liggen!".
Zelf draaide hij snel het zonnescherm naar binnen, maar dat was al te laat. Het doek was in drieën. Vanuit de keuken keken we toe wat er met de parasol was gebeurd en hoe onze spliksplinternieuwe tent kapot werd gereten. Hoe de tuinstoelen tegen het tuinhek werden gedrukt en de treurwilg zijn naam eer aan deed. Triest lag deze aan de grond.
Tot overmaat van ramp viel ook nog de stroom uit en in ons geval betekende dat direct alarm bij varkensschuren.
De kinderen waren nog steeds in paniek, maar ik kon ze sussen. We deden kaarsjes aan en waren blij dat we met z'n allen bij elkaar waren. Stel je voor dat één van ons onderweg zou zijn. Direct dachten we ook aan Luka, die op kamp was. Willem dramatiseerde het: "Dan heb ik nog maar één oudere neef".
Ondertussen was Wiljo aan de slag gegaan met de agregaat. Ooit gekocht voor noodgevallen. Dit was er duidelijk één.
Nadat ik buiten nog een verfbakje greep, die al lelijke vlekken op de stoep maakte, ging ik maar weer verder met het eten. Leve het aardgas!
In het gezin heerste een prettige eensgezindheid. Bijzonder. De kinderen raakten niet uitgesproken en Nena bleef maar zeggen dat ze zo blij was dat ze nog leefde. Er werd veel geknuffeld.
De tractor stond bij de voordeur. De grote stekker van de agregaat werd in de meterkast gestopt, Wiljo gaf gas en we hadden weer stroom. Eerst wisselstroom, waar we heel hard om moesten lachen, maar al gauw was het stabiel.
Er werden wat telefoontjes gepleegd, bovendien ging ook het alarm van de huurstal. Wiljo was weer weg. "Pas je goed op". Nadat ik ma aan de telefoon had, bleek dat het daar minstens zo hard had gegaan. Er was een Kastanjeboom omgewaaid en er was een dikke tak tegen het balkon aan gevallen, waar het een stuk van had weggeslagen.
Toen Wiljo weer thuis kwam, wij hadden inmiddels het eten op, twijfelde hij geen moment en zei direct dat hij wel even naar ma toe zou gaan met de tractor. Mama was blij met onze hulp.
Wiljo en ik gingen als een team aan de slag. Hard werken kan zó fijn zijn.
Pas nadat het bij aan de Legtersdijk weer op orde was, gingen we thuis aan de slag. Ook hier weer die saamhorigheid. De schade bekeken, er waren nog wat pannen heel, en voorzichtig wat hersteld. De boom weer in de grond gezet.
Het was een vreemde dag, met angst, spanning (niet altijd onprettig), schrik en opluchting.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten